Waarom zouden wij onszelf beperken? Als je je communicatie wilt verbeteren lees je, in vrijwel ieder boek en zie je in ieder filmpje, dat je oogcontact moet maken. Oogcontact is belangrijk. Je maakt een visuele verbinding. Maar oogcontact is vaak ook ingewikkeld. Sommige mensen kunnen makkelijker persoonlijk worden als er oogcontact is, anderen durven zichzelf beter te laten zien als ze niet gevangen zitten in de blik van een ander.
Ik hou er van als er tijdens een gesprek iets te doen is. Samen boontjes doppen, samen een ijsje eten of een wandeling. Dan kan het oogcontact er zijn, maar ook afgewisseld worden. Ik kijk de ander niet alleen in de ogen, maar neem het hele gezicht, de houding, de mimiek, stemgeluid en gespreksinhoud mee in mijn observatie. Ik kijk hoe de handen de boontjes doppen.
Ik probeer de interpretatie van wat ik zie en hoor zo lang mogelijk uit te stellen. Kijken en luisteren zonder oordeel en zonder haast. De ogen worden niet voor niets de spiegels van de ziel genoemd. Maar soms zie je wat meer van de ziel als je het geheel waarneemt en nog niets duidt.