Herkauwer

Op weg naar school kwamen wij langs een bakkerij. Iedere dag. Mijn zusje en ik. Het zaakje was op sterven na failliet. Dat zag je aan alles. De scheuren in de bruine tegels en de omgekeerde vliegen in de etalage. Maar je zag het vooral aan het grauwe gezicht van de oude vrouw achter het karig assortiment. Ook wij gingen nooit naar binnen. Wij bleven staan bij de rode kauwgomballenautomaat die buiten hing. Er moest een dubbeltje in. Draaien. Kauwgombal.

Op een dag speelden we thuis bingo. Bingokaarten, balletjes en een enorme zak met kleine glimmende rode fiches. Ik keek door een fiche en zag mijn rode zus. Zij zag mij ook, rood. Zonder dat we iets afspraken borgen we het spel op en gingen we buiten fietsen. De zak fiches mocht mee. Rechte lijn naar de bakker. Een fiche in de automaat, draaien…. kauwgombal. We draaiden alle fiches erdoorheen en vulden het zakje met de kauwgomballen. Dit was een fantastische ruil. De volgende dag was de automaat weg en waren de bruine luxaflex van de bakker voor altijd dicht. We waren teleurgesteld, maar herkauwden ook tevreden onze actie van de vorige dag. We hadden nog net op tijd alle kauwgomballen bemachtigd.

Mijn zus en ik houden nogal van kauwen. Als je kaken malen, malen je hersens niet. Sinds die hersenbeschadiging heb ik moeite met kauwen. Ik bijt veel en vaak op mijn wangen en tong. Veel te hard ook. Die gaan daardoor kapot en worden dik. En hoe dikker ze zijn, hoe eerder ik er weer op bijt. Een vicieuze cirkel. Als ik mij voldoende kan concentreren en mijn hoofd recht blijft, dan gaat het meestal goed. Als mij de tranen weer eens in de ogen springen omdat ik in mezelf hap, dan denk ik aan de grauwe bakkersvrouw. Gerechtigheid.