Tactvol

In mijn ogen ben ik heel vaak heel tactisch. Ik probeer niemand te beledigen, op de juiste ogenblikken mijn mond te houden. Weloverwogen kies ik mijn woorden. Ik kan snotverdrie zó de politiek in. Eerlijk gezegd denk ik niet dat ik nóg tactvoller kan worden.

Maar… ik kom soms behoorlijk tactloos over, omdat mijn boodschap niet aankomt zoals ik hem bedoel. Soms komt dat door mijn timing, dan onderbreek ik iemand, wat nogal brutaal is. Soms geef ik antwoord op een vraag met een eenvoudig ‘nee’. Dat kan overkomen als: hoe durf je dat te vragen! Of ik zeg ‘ja’ en dat klinkt dan blijkbaar als: dat lijkt me nogal wiedes.

Voorbeeld 1: Eens stelde ik uit belangstelling de volgende vraag: “Ga jij nog naar de winkel?” Door mijn houding, mimiek, toon, tempo of -wat dan ook- werd mijn vraag verwijtend ontvangen. Hij klonk als: “Ga jij nou eindelijk eens naar de winkel, of hoe zit dat?”

Voorbeeld 2: Mijn vriendin heeft een appeltaart gebakken. Hij ziet er prachtig uit en hij is heerlijk. Voordat ik haar complimenteer zeg ik: “Weet je wie laatst een lekkere taart heeft gebakken?” Ik benadruk -lekkere- en zie haar blik. Mijn opmerking valt compleet verkeerd. Ik had op z’n minst moeten zeggen: “Weet je wie laatst óók zo’n lekkere taart heeft gebakken?” Of ik had natuurlijk moeten beginnen met een compliment. Impliciet heb ik haar taart gedegradeerd. Het zit ‘m dus niet enkel in de toon, maar zeker ook in de woorden, de volgorde en de intentie.

Volgens mij zijn er een aantal remedies tegen deze ruis. Vragen, vragen, vragen. Checken van de bedoeling is. En soms: Weet wie het zegt.