Dirigent

Je hebt zo’n programma waar hotemetoten leren dirigeren. Er valt steeds een landgenoot af tot het summum der dirigerende BN’ers overblijft. Ik kijk het wel eens omdat het zo leuk is dat je een dirigent van de voorkant z’n werk ziet doen.

Deze week bezocht ik een kerstconcert. Alle lof voor het Nijmeegs studentenorkest, het was prachtig. Maar oh, wat miste ik de voorkant van de dirigent. Ik zag niet hoe een klein fronsend wenkbrauwspiertje een complete blazerssectie in beweging kan zetten. Hoe getuite lippen de harp zachtjes laten kabbelen. Hoe ogen iets groter worden vlak voordat de violen inzetten. Ik moest het doen met de rug van de dirigent.

Even was ik teleurgesteld, maar al gauw zag ik dat z’n achterkant minstens net zoveel vertelde als zijn voorkant. Spieren in de nek, ingehouden adem, naar voren en weer terug, klein en groot. Het hoofd een beetje scheef richting de cellisten. Het was prachtig om te zien. En toen de laatste noten waren gestorven hield hij nog even zijn adem in, hij knikte licht. Ja, hij dirigeerde met zijn schouders het applaus. Pas toen hij ontspande wisten we collectief dat wij mochten klappen. Hogere muzikale communicatie.