Chantal

“Goedemiddag, Blablafirma, met Chantal.”

Chantal klinkt opgewekt. Ze is vast tussen de twintig en de dertig, gok ik. Ze klinkt blond. Ik ken alleen blonde Chantallen, dus het lijkt me stug dat ze een brunette is. Chantal werkt er al een tijdje, dat hoor je aan de riedel. Kordaat, zij kent haar taak en staat niet met haar mond vol tanden als ze het even niet weet. Als Chantal er niet uitkomt dan verbindt ze door met haar supervisor. Chantal kan goed doorverbinden, dat hoor je zo. Chantal is een stralend visitekaartje.

En dan ineens begint ze te hoesten. Onbedaarlijk te hoesten. Zou ze zich verslikt hebben? Ze blaft en proest. En dan is het stil. Chantal heeft de verbinding verbroken. Hoorn op de haak (of, dat lijkt me waarschijnlijker, headset op het bureau). Ze staat nu vast in het keukentje van het kantoor aan een glaasje water te nippen of haar supervisor slaat haar geruststellend op de rug. Ik wacht een kwartiertje, kan ze even op adem komen. Ze geeft me even de tijd om over mijn aannames te denken. Misschien is Chantal gewoon een roodharige veertiger en heeft ze helemaal geen supervisor. Misschien raakte ze in paniek omdat dit haar eerste werkdag is en huilt ze nu uit bij een kersvers collegaatje. Misschien was het geen hoestbui, maar is er een overvaller de firma binnengeslopen en…. mijn hoofd verzint vrolijk verder.

“Goedemiddag, Blablafirma, met Chantal.” Zucht. Gelukkig, zo ken ik haar weer.