Juf

De zomervakantie nadert. Deze week neemt de juf afscheid. Deze keer geen badschuim of chocolade, juf krijgt een brief. Een echte brief. Eerst schrijft ze een paar steekwoorden op een kladje. Juf is lief, aardig, mooi en snel boos. Snel boos?

“Ja, als de kinderen hun rekenwerk niet af hebben, dan mogen ze soms niet buitenspelen. Maar eigenlijk moet ze alleen de kinderen die hebben zitten klieren binnenhouden. Kinderen die wel hard werken, maar hun werk dan toch niet af hebben, moeten wel naar buiten. Toch?” Tja, daar kan ik weinig tegenin brengen.

Deze kwestie komt in de afscheidsbrief. Ze ploetert, schrijft en schrapt. Want hoe verpak je nou kritiek? “Mam, het moet met respect.” Eerst maakt ze er een tip van. Daar gaat weer een streep doorheen. “Zal ik het maar gewoon weglaten?” Er worden nog twee proppen naast de prullenbak gemikt, maar dan heeft ze het. Ze schrijft een stukje over mooi en lief, hoopt dat de juf op de volgende school niet meer zo snel boos hoeft te worden en sluit liefdevol af. Eerlijk zijn is ook respectvol als je de goede woorden gebruikt. Zo vlak voor de vakantie nog iets heel belangrijks geleerd.