Braaf

Bijna fiets ik haar voorbij. Maar dan zien we elkaar. Ze heeft het eerste deel van mijn boek gelezen. Twee keer al. Ik krijg complimenten en ze vertelt me dat ze herkent hoe complex het maken van grapjes is. Nederlands is niet haar eerste taal. In haar moedertaal is ze grappig, in het Nederlands lacht ze soms thuis pas. Grapjes maken is ongelooflijk complex. Ik heb dat vroeger onderschat. Het vraagt veel qua taalvaardigheid, timing, toon en snelheid. We herkennen dat in elkaar.

Ineens zegt ze: “Je bent braaf.” Even denk ik dat ze een grapje maakt. Ze kijkt er ernstig bij. Het is geen grapje. “Bedoel je brave?” We lachen dapper.