Hoe wij elkaar verstaan

Stel je voor… je staat op een festival. Laten we voor dit voorbeeld de Dag van het Levenslied nemen dat al jaren mijn moederdagen kleurt. Op het podium staat Danny Panadero. Hij zweept ons op en zet in: “Pappie, ik zie traaanen in je oh ohgen”. Als je er van houdt is het fantastisch. Ik houd er van. De laatste jaren blijf ik hooguit een uurtje. Ik loop de tent weer uit als de overdaad me overspoelt.

Maar we staan nu even op een hypothetisch festival. Drukte, oorverdovende herrie. Er komt altijd een moment waarop er eentje wat wil drinken. Toch? Hoe versta je diegene waarmee je op het festival bent? Wat ik meestal doe? Ik tik de feestganger op de schouder. We kijken elkaar aan. Ik zeg: “Wil je wat drinken?” en ik spreid mijn duim en wijsvinger alsof ik een onzichtbaar glas vasthoud en kiep het bij mijn mond heen en weer.

Aan de Radboud Universiteit promoveert Linda Drijvers op dit onderwerp: Hoe verstaan wij elkaar in een lawaaiige omgeving? Lees hier het artikel over haar promotie in de Volkskrant van 15-5-2019. Zij concludeert dat met name de handgebaren essentieel zijn voor het begrijpen. Zoom even in op de laatste alinea. Daarin komt Onno Crasborn, Hoogleraar Nederlandse Gebarentaal, tot de conclusie dat dit waardevolle wetenschap is voor met name de 1,5 miljoen slechthorenden.

Ik heb nieuws! Het onderzoek is uiterst waardevol voor slechthorenden, maar óók voor anderen die communicatieve beperkingen ervaren. Het ‘onderstrepen’ van verbale communicatie met gebaren verbetert het wederzijds begrip enorm. Ik noem het ‘onderstrepen’ omdat de gebaren niet de gesproken taal vervangen, maar de boodschap versterken. Compenseren van buitenruis, noem ik dat in mijn boek.