Afluisterpraktijken

Als je vroeger hardop op straat liep te praten was je van Lotje. Of er zat een steekje los. Nu is dat anders. Als je nu hardop spreekt met een onzichtbare, dan heb je vermoedelijk contact via de oortjes in je oren. En zo hoor ik nog eens wat!

Zo heb ik ooit een vrouw in de trein afgeluisterd over het expres te laat versturen van een rouwkaart om te voorkomen dat tante Zussemezo op de uitvaart van moeder zou verschijnen. En zo heb ik ook een keer gehoord hoe iemand telefonisch beweerde dat de trein vertraging had, terwijl we keurig volgens dienstregeling vertrokken. Voor iedereen hoorbaar, zonder scrupulus! Ik gniffel van binnen als ik getuige ben van dit soort gesprekken. Ik ga ervan uit dat iemand die in het openbaar spreekt er geen bezwaar tegen heeft als ik even meeluister.

Een paar weken geleden overhoorde ik een gesprek tussen drie mensen van een fotoclub. Ze gingen op een soort excursie naar Maastricht. Ik had m’n ogen dicht en hoorde ze gezamenlijk zoeken naar die ontwerper, van die kasten, van die latjes, van sloophout, van… Ze kwamen er niet op. “Piet Hein Eek” flapte ik eruit. Die zochten ze inderdaad. Ik glimlachte en deed m’n ogen weer dicht. “Maar nu weten we dat je meeluistert!” Knipoog.