Als ik alleen ben heb ik geen communicatieve beperking en dus ben ik best graag alleen. Zo simpel is het, de voedingsbodem voor het sociaal isolement. En voordat je er erg in hebt zit je eenzaam te verpieteren.
Ik heb mijzelf nog niet kunnen betrappen op een leven als verlepte petunia achter de geraniums. Mijn persoonlijke omstandigheden (relatief jong met jonge kinderen) hebben mij jaren gedwongen tot contact met de buitenwereld. Anders had ik vast wél als een treurige begonia op de vensterbank kunnen eindigen. Maar die ‘gedwongen contacten’ worden steeds minder. Mijn kinderen worden steeds zelfstandiger. Ze regelen hun eigen afspraken. Vooralsnog is er evenwicht tussen contactloos en contactrijk. Ik ontmoet nieuwe mensen, er groeien zelfs nieuwe vriendschappen. Ik maak praatjes met onbekenden die soms zelfs uitgroeien tot echte conversaties.
Maar soms is het te stil. Te rustig, teveel alleen. Dan haal ik diep adem en ga. Ik moet nu zelf de bloemetjes buiten zetten.