Als logopedist heb ik vroeger de impact van een communicatie-euvel onderschat. Zwaar onderschat. De manier waarop je communiceert is een wezenlijk onderdeel van je identiteit. Hoe je door anderen gezien, benaderd wordt. Hoe je jezelf ziet. Het is verbonden met alle aspecten van het leven. Je relaties, contacten, je zelfstandigheid. Het uiten van je emoties, het delen van gedachten of gevoelens. In die zin is het een hele andere beperking dan bijvoorbeeld een ‘moeilijk loopje’ of een ‘lamme arm’.
Als logopediste (eind vorige eeuw) bekeek ik een communicatieprobleem vooral van de technische kant. Er was iets mis met de stem, articulatie, intonatie, ademhaling of zoiets. En de oplossing was vaak net zo technisch. Ademhalingstechnieken, articulatieoefeningen, glijtonen. Het meest wezenlijke onderdeel, echt contact met je medemens, ik had daarin weinig te bieden. Ik had er geen kaas van gegeten en geloofde oprecht dat ik, door mensen de technische kant te leren, genoeg deed. Dat spijt mij. Dat was niet goed genoeg.
Er is geen fantastische logopedist verloren gegaan.