Google ‘beperking definitie’ en je stuit op onderstaande verklaringen:
- Niet volmaakt zijn;
- Het iets niet mogen of kunnen;
- Iets dat er voor zorgt dat er mogelijkheden begrensd worden;
- Een stoornis of conditie – die een normaal maatschappelijk functioneren belemmert.
Zo lust ik er nog wel eentje! Volgens deze definities kan werkelijk ieder mens zich met recht beperkt noemen. Al onze mogelijkheden zijn begrensd, niemand is volmaakt! Wat is in vredesnaam ‘normaal maatschappelijk functioneren’? Ik denk dat je in de definitie van ‘beperking’ een context moet noemen. Ik ben namelijk ernstig beperkt in de functie van chauffeur. Maar ik ben veel minder beperkt in de functie van fietskoerier. Als ik studenten kan vertellen hoe het is om je spraak te verliezen en terug te winnen, dan heeft mijn verhaal meerwaarde. Dan vormt deze beperking een toegevoegde waarde. Het heeft iets te maken met dat spreekwoord: In het land der blinden is Eénoog koning. Ik kom dan tot de volgende definitie:
Een beperking is een begrenzing die, in een gegeven context, een verarming van mogelijkheden veroorzaakt.
En wat kan je dan met zo’n definitie? Hij geeft de mogelijkheid om de beperking aan te pakken, maar óók om de context te wijzigen. In een andere context kan een ‘beperking’ een verrijking zijn. Voor mij snijdt dit hout.